Het monnikenwerk, dat Daniël Mok aan dit sprookje heeft verricht, is een niet geringe prestatie, want reken maar dat het vervangen van al dat 'wenen' en al die 'gij's' en 'doch's' zonder op enig moment wezenlijk aan de tekst te morrelen geen sinecure is. Het boek wint door het hertalen aan helderheid en maakt het bij uitstek geschikt om voor te lezen: de zoon aan de vader of de vader aan de zoon. Dat maakt niet uit, zolang het er maar toe bijdraagt dat dit erfgoed niet verdwijnt in de vergetelheid.