Geschreven bij Teheran, een zwanezang
Dikste roman van Carel Jan Schneider (1932-2011), die schreef onder de naam F. Springer. Hij werkte als diplomaat in Teheran en met kennis van zaken beschrijft hij in de ik-vorm de avonturen van zijn bizarre hoofdpersoon Toby Harrison (TH). Lezers leren nooit zijn echte naam, maar hij heeft een Nederlands-Indische (NI) achtergrond, geen idee wat hij met zijn leven aanmoet, ongelukkig in de liefde, wankelmoedig en impulsief, maar gezegend met een enorme duim waaruit hij vlot verkopende boeken en verhalen zuigt… Hij heeft maar één echte vriend, Alfred, al lang Zwitsers staatsburger, die hij al in NI kende en met wie hij altijd contact heeft gehouden.
Ze komen elkaar eind 1978 weer tegen in Teheran, waar TH is besteld om een prachtbiografie te schrijven over de Sjah van Perzië en waar Alfred een accountancy opdracht heeft. Na veel verwikkelingen, die lezers zelf moeten ontdekken, maakt TH nog een vriend voor het leven, de NL consul Bill Turfjager (BT) bij wie hij lang blijft logeren. Eigenlijk is Bill de held van dit boek, of toch niet?
Het boek beschrijft ook nog een tot falen gedoemde romance met misverstanden tot op de laatste pagina’s. Goed is de soms hilarische beschrijving van de NL kolonie in Iran die snel van 1.000 naar 50 slinkt. Ook het voederen door BT van verlaten huisdieren van gevluchte rijke Iraniërs en expats wordt grafisch beschreven. Een klassiek boek uit vroeger tijd loopt als een rode draad door deze vertelling. Avondklok, kou, verveling en gebrek aan stroom, brandstof, het geweld en het chaotische vertrek van het vliegveld zijn prachtig verbeeld.
Dit boek verscheen in 1991 en de auteur had meer dan 10 jaar de tijd om een geloofwaardig boek te schrijven over wat in 1978 en 1979 gebeurde in de nadagen van de Sjah en het uitroepen van de Islamitische republiek door Ayatollah Khomeini. Springer heeft ervoor gekozen deze periode met veel humor en ironie te beschrijven. Misschien wel teveel…