Aangeprezen als één van de belangrijkste boeken in de Westerse filosofie. Als je elke dag 1 of 2 uur leest ben je er al met al een week of 2 zoet mee. Mooie vertaling met af en toe een noot van Kant zelf, of van de vertalers. Het boek begint met een uitgebreide inleiding. Dit bevat onder andere een zeer goede samenvatting, context en geschiedenis. Complimenten aan de vertalers.
Het werk van Kant laat zich beter omschrijven als een redenering dan een verhaal. Het is vrij abstract en de formuleringen zijn af en toe omslachtig. Kant was een geniale denker, maar het verschil tussen een zin en een alinea hadden ze hem nog een keer uit moeten leggen. Verder loopt hij in zijn denken tegen de limieten van de taal aan, en creëert daarom zijn eigen “woordenboekje”. Kant moest wel, want hij introduceert revolutionaire ideeën. Hij deinst er niet voor terug om een paar nieuwe woorden te definiëren, ze aan elkaar te rijgen tot een nieuwe term en vervolgens weer genadeloos op te splitsen; dat alles op één en dezelfde pagina. Het vergt dus concentratie.
Dat gezegd hebbende; het is prima te doen. Zelf ben ik nauwelijks een recreant te noemen in de filosofie en heb alleen een technische achtergrond. Positief is dat het boek volledig is en Kant zichzelf consequent definieert. Wat tips voor mensen die niet dagelijks zulke boeken lezen:
1) Blader af en toe terug naar de samenvatting om het overzicht te behouden
2) Soms moet je verder lezen om het voorgaande te snappen (de vertalers wijzen hier ook op)
Het boek was een genoegen en een belevenis om te lezen.