Geschreven bij De geverfde vogel
Het boek beschrijft in eerste instantie de basale overleving op het platteland waar de hoofdpersoon door zijn ouders naar toe is gestuurd. Hij is gedwongen van dorp naar dorp te zwerven en weet te overleven. Dat verhaal met alle gruwelijke details is op zich zelf overtuigend geschreven, hoe onwaarschijnlijk soms ook. De kracht van het boek zit hem echter niet zo zeer in het fysieke overleven als veel meer de geestelijke weerbaarheid van de hoofdpersoon. Hoe hou je je geestelijk staande te midden van uitzichtloze barbarij. Daarbij is het despotisme van de Duitse bezetter vooral de altijd aanwezige achtergrond en moet het jongetje vooral vechten tegen het racisme en de domheid van de Poolse boeren. Het jongetje is een geverfde vogel die door de rest (d.w.z. de maatschappij) wordt uitgestoten en aangevallen. Een aangrijpend verhaal op een nuchtere manier verteld.