Geschreven bij Geheime kamers
GEHEIME KAMERS.
Jeroen Brouwers
Maart 2020
Een prangend verhaal dat zich afspeelt ergens in de jaren negentig met vier hoofdspelers: de ik-figuur Jelmer, zijn vrouw Paula met hun zwaar mongoloïde dochter Hanneke en het bevriende echtpaar Nico en Daphne en hun zoontje Arne. Stuk voor stuk sterk geprofileerde personages, elk in zijn/haar specifieke biotoop: Jelmer, een ontgoochelde gerateerde leraar en de cynische Paula een huisarts die haar zwaar gehandicapte dochter uit haar bewustzijn heeft geschrapt, Nico de ambitieuze aanvankelijk uiterst succesvolle hoogleraar archeologie maar die zich zwaar vergaloppeert en tenslotte ten onder gaat, en tenslotte de nymfomane maar nog meer bejubelde klassieke zangeres. En daaromheen een beperkt aantal figuren die het spel vrolijk meespelen. De kreupele zangleraar Johann (dubbele N) belandt 25 jaar later geheid in de #MeToo sfeer.
IK geef de hoofdrol in dit boek echter aan de jaren negentig van de vorige eeuw: hoogtepunt van het perfide postmodernisme: met zijn beleden einde van de grote verhalen en dat nu inderdaad alles moest kunnen. Het was gedeeltelijk mijn tijd, en we zagen hoe veel van mijn tijdgenoten te laat het desastreuze van die levenswijze inzagen. Maar in de aanloop naar het millennium waren wij zo overtuigd dat nu alles inderdaad kon.
We maken, rondwarend door de vele geheime kamers van Brouwers, het cataclysme mee van die iets te enthousiaste zgn. progressiviteit. Leugen, bedrog, schijn, hypocrisie, angsten gekoppeld aan een mateloze (materiële) ambitie vieren hoogtij met alle bittere bijsmaken van dien. Onze vier hoofdpersonages weten er, uiteraard als het te laat is, alles van.
Een beetje socioloog schrijft over die korte periode (jaren 90) een spraakmakend doctoraat, alleen vrees ik dat deze belovende historicus amper in de buurt komt van de inleving (herbeleving) waarin Brouwers ons meeneemt. Hoe fictie soms veel dichter op de werkelijkheid zit dan geleerde non fictie.
Niet dat ik na lectuur met klare inzichten achterblijf, fout/juist, beter/slechter, zo hoort het/niet. Integendeel, nog meer vagen. Voor mij de beslissende kwaliteit van een boek: meer en vooral verfijnde vraagstelling. Kan ik weer even verder met gestoffeerd piekeren.