Geschreven bij De kleine kapitein
Wat een fijne trilogie is dit!
In deze mooie hardcover jubileumuitgave met leeslint zijn maar liefst drie boeken vervat:
De kleine kapitein, De kleine kapitein in het land van waan en wijs en De kleine kapitein en de schat van schrik en vreze. Een voor een pareltjes!
In het eerste deel maken we kennis met de kleine kapitein, een jongen die woont op de boot met de mooie naam Nooitlek, die werd neergezet op een hoge duin en geduldig wacht tot een grote golf hem terug de zee in stuurt. Ondertussen zoekt hij aan land allerlei materiaal om zijn boot om te bouwen zoals een kachelpijp, ijzerdraad, een po, een badkuip en een fluitketel. Met deze rommel maakt hij een stoommachine die het varen iets aangenamer moet maken. Heel veel kinderen willen mee op zijn boot, maar de ouders beletten dit. Drie kinderen springen tijdens een storm toch aan boord: dikke Druif, Marinka en bange Toontje die zich eerder op het schip had verstopt. Een omgekeerde golf drijft het schip en zijn bemanning eindelijk terug in zee.
In deel twee is de bemanning van Nooitlek op weg naar huis. Ze komen in een draaikolk terecht en belanden in de zeetuin, waar het prachtige schelpenpaleis van vader Blauwkrab en zijn beeldschone dochters met krabbenpootjes staat. Om hier weg te kunnen moeten ze zeven aartsmoeilijke opdrachten uitvoeren en de schat van een zeerover ophalen op het kringworteleiland.
In het laatste deel zal hij met zijn vaste bemanning en de zeven schatkisten uit het vorige avontuur afvaren naar het Wazige Oosten bij de heer van Schrik en Vreze: eigenaar van zeeroversbuit.
Ik was meteen fan van de kleine kapitein en zijn kompanen en ben blij dat ik Paul Biegel heb leren kennen. Voordien had ik van deze man nooit gehoord, laat staan iets gelezen. Ik ervaar dit als een heel groot gemis, een leemte in mijn leeservaring als kind, en ben er zeker van dat ik nu met heel veel plezier de boeken van deze auteur nog zal verslinden.
Paul Biegel heeft een mooie, beschrijvende, beeldende, fantasievolle, prettige, humorvolle, maar eenvoudige schrijfstijl. Hij gebruikt geen bombastische woorden en alles leest lekker vlot weg. Als lezer word je meegesleurd in het verhaal en beleef je de avonturen vanaf de eerste rij. Het is net of je deel van de Nooitlek-bemanning uitmaakt.
Het is ook een leerrijk boek, want in alle delen wordt er – al dan niet in leuke metaforen – iets verteld over mythologie, over flora en fauna.
Leuk is dat het boek de omgekeerde wereld weerspiegelt. Immers kinderen hebben de hoofdrol en volwassenen in het verhaal krijgen een bijrol. Dit getuigt ervan dat de schrijver een heel groot inlevingsvermogen had in wat er in de jeugd omging. Het maakt ook dat deze verhalen tijdloos zijn en nog lang zullen blijven.
De hoofdstukken zijn kort gehouden wat het leuk maakt om uit voor te lezen. Een of twee hoofdstukken voor het slapengaan en gegarandeerd hebben de kinderen een heel avontuurlijke droom. Als voorlezer kun je veel inleving in het voorlezen steken, wat voor nog meer luisterpret kan zorgen. Het boek staat garant voor uren (voor)leesplezier.
Het is een avontuurlijk, ja zelfs een sprookjesachtig boek dat zowel jongens als meisjes, dames als heren zal aanspreken. Het kan niet bestempeld worden als een typisch jongens- of meisjesboek: het is voor iedereen even toegankelijk.
De illustraties van Carl Hollander – klein, paginagroot of op een dubbele pagina – zijn erg fantasievol, heel kleurrijk of in zwart-wit, spreken tot de verbeelding en brengen het verhaal tot leven.
De kleine kapitein werd in 1972 terecht bekroond met de Gouden Griffel. Leuk dat Gottmer naast het huidige boek ook ‘Nachtverhaal’ en ‘Het sleutelkruid’ opnieuw uitgeven en zo eer bewijzen aan de in 2006 overleden jeugdauteur. Voor de fijne avontuurlijke leesbelevenis, voor de innemende illustraties, voor het mooie eerbetoon waardeer ik deze trilogie met vijf dikke sterren. Meer leuke recensies op www.indeboekenkast.com