'In Praise of Shadows' is een persoonlijke lofprijzing op de traditionele Japanse esthetiek. Soms lijkt de vergelijking met Westerse esthetiek wat naief (de auteur lijkt nooit het westen te hebben bezocht, en lijkt zich vooral te baseren op westerse exportproducten zoals toiletpotten en neonverlichting), en een verzuchting dat een Japanse wetenschap mooiere gebruiksvoorwerpen zou hebben geproduceerd lijkt me ook wat ongeinformeerd. Aan de andere kant heeft de auteur voldoende gevoel voor humor en relativeringsvermogen dat hij toegeeft dat bepaalde westerse dingen zoals aardewerken toiletten en airco ook wel heel erg praktisch zijn en dat hij ze zelf liever ook heeft. De auteur is zeker geen xenofoob of blinde fanaat, en dat maakt dit een sympathiek boekje. En dan heb ik nog niet eens genoemd wat ik de grootste kracht noem: het beschrijven van de donkere, kalme, sobere Japanse esthetiek, de uitleg waarom verguldsel op zwarte lak niet protserig is. Het boek beschrijft een alternatieve manier van schoonheid, die zelfs mijn westerse en praktische hart lijkt te raken. Niet iedereen zal geinteresseerd zijn in Japan of in architectuur/binnenhuisarchitectuur, maar voor degenen die ook maar het kleinste gevoel hebben voor schoonheid is dit een klein juweeltje van een boek.